Recensie: Cambodjaanse docu Where I go

29 november 2013 door Getaway Travel

Het IDFA documentaire filmfestival is weer bezig in Amsterdam en dit jaar presenteert het IDFA een Zuidoost-Azië themaprogramma: Emerging voices from Southeast Asia. Dit mocht Zuidoostazie.nl natuurlijk niet missen. Daarom gingen wij afgelopen vrijdag naar de Cambodjaanse documentaire Where I go. En dit is wat we ervan vonden!

Door Marleen de Keyzer

Een Cambodjaanse jongen van een jaar of 18 danst met een goudkleurig drakenmasker voor zijn gezicht door een klein, rommelig kamertje. Geroezemoes klinkt op de achtergrond. Hij lijkt plezier te hebben. Maar dan gaat het masker af en komt hij terug in de werkelijkheid.

Een typerende scène voor Patticia, de jongen achter het masker. Hij wil een ander leven waarin hij meer kan bereiken. Zijn familie is arm, waardoor hij is verstoten en in een kindertehuis woont. Hij is half Afrikaans en half Cambodjaans, waardoor hij een donkerdere huid heeft en dagelijks wordt gediscrimineerd. 

Patticia heeft één belangrijk doel voor ogen: zijn militaire vader vinden. Met zekerheid vertelt hij zijn verhaal voor de camera. De Cambodjaanse filmmaker Kavich Neang legt alles vast. Neang maakte al eerder documentaires over de Cambodjaanse cultuur.

Eenzame zoektocht

Tijdens de zoektocht naar zijn vader komt Patticia veel obstakels tegen. Zijn drugsverslaafde moeder moet niet veel van hem hebben, zijn oma accepteert hem niet volledig en hij krijgt zijn halfzusje niet met hem mee. De conflicten binnen zijn gezin maken hem eenzaam. Maar ook het feit dan hij door zijn half Afrikaanse afkomst niet wordt geaccepteerd draagt hieraan bij.

De filmmaker kaart deze discriminatie aan, een maatschappelijk probleem in Cambodja. Bepaalde rassen worden niet geaccepteerd en vrouwen worden als minderwaardig gezien. Dit laatste brengt Patticia zelf overigens naar voren. Hij laat zijn halfzusje weten dat zij niet zijn zusje is, omdat ze alleen dezelfde moeder hebben en het bloed van de vader heerst. 

Pure vorm

Filmmaker Neang volgt Patticia de hele documentaire lang op de voet. Hij legt confrontaties in pure vorm vast, niets wordt aangedikt. Het verhaal is letterlijk gefilmd op straat, waar de familie van Patticia leeft. Grote armoede op het Cambodjaanse plattelandleven is wat je te zien krijgt: ingevallen huizen zonder daken, droge zandwegen, ongezond uitziende mensen en armoedige marktjes.

Doordat Neang er de hele documentaire lang bovenop zit, word je meegenomen in het leed dat de familie elkaar heeft aangedaan. De werkelijke beelden maken de documentaire confronterend en aangrijpend. Het feit dat Neang nauwelijks sfeermuziek gebruikt en je alleen straatgeluiden hoort op de achtergrond, zorgt ervoor dat je steeds dieper wordt meegesleurd in het verhaal.

Empathie voor San Patticia

Ondanks dat hij nauwelijks informatie heeft over zijn vader, zet Patticia zijn zoektocht door. Het lijkt een zinloze actie, maar hij is zich daar niet van bewust. Hierdoor groeit de empathie voor Patticia gedurende de documentaire. Het open einde laat een medelevend gevoel achter met een Cambodjaans jongetje dat tevergeefs wacht op zijn vader.